Uitgaan & Cultuur

Geen enkele stadswandeling was met gids Jan Meijer hetzelfde
‘Almelo heeft een brede en boeiende geschiedenis’

ALMELO - Menig toerist en inwoner van Almelo zijn de afgelopen 12,5 jaar door stadsgids Jan Meijer rondgeleid door de Almelose binnenstad. En voorzien van de nodige historische informatie. Van zo’n beetje elk monumentaal pand in de binnenstad weet hij veel te vertellen, net als over het ontstaan van Almelo en de diverse wijken. Nu hij 90 is geworden stopt Jan met de rondleidingen. 

Jan Meijer voor de doopsgezinde kerk aan de Grotestraat. Volgens de voormalige stadsgids gaat er veel geschiedenis schuil achter deze groene deuren. Foto: Bianca Hellemons.

Hoewel hij niet geboren is in Almelo, weet Jan enorm veel over de (ontstaans)geschiedenis van Almelo. Geboren in Roden ging de Groninger eerst als automonteur aan de slag. In 1966 verhuisde hij naar Almelo. Her kon hij aan de slag als chef buitendienst van de gemeentereiniging. “Dan leer je iedere hoek en stoeptegel van Almelo wel kennen hoor. En die informatie heb ik als stadsgids goed kunnen gebruiken.” Inmiddels is hij een wandelende encyclopedie wat betreft de Almelose geschiedenis. “Ik heb veel opgezocht, ook op internet en Wikipedia. En gelukkig heb ik een goed geheugen.”

Zijn vrije tijd als pensionaris wilde hij nuttig besteden. Hij besloot zich in 2009 als vrijwilliger aan te sluiten bij het Wevershuisje. “Almelo is een stad, rijk aan historie. Daar moeten we trots op zijn”, geeft Jan aan. “Kijk maar eens goed naar de gevels wanneer je door de binnenstad loopt.” 

Verhalen achter de gevels

Jan kent vele verhalen die achter deze gevels schuil gaan. Zo ook die van de doopsgezinde kerk aan de Grotestraat. “Een prachtig gebouw, dat in drie delen is gebouwd. En het is ook nog eens prachtig van binnen, met een prachtig mooi orgel. Heeft u het wel eens gezien?”, vraagt hij terwijl we voor de deur staan. “Deze kerk heeft geen toren, omdat het een schuilkerk was. De hoofdingang zat links. De heer van Almelo had na de reformatie belang bij het in stand houden van de kerk, omdat enkele gemeenteleden bekende families van textielfabrikanten waren. Daarom werden de diensten gedoogd.”

De Koornmarkt is een van de bekendste plekken en een favoriete plek waar Jan graag wat over vertelt. “Rond 1440 werd daar twee keer per jaar een jaarmarkt gehouden. Pas in 1707 werden er weekmarkten gehouden. Begin 18e eeuw stond er al een cafeetje, waar aan de achterkant de paarden en wagens konden staan. Sommige kooplui bleven er twee dagen. En er stonden twee watermolens, op de plek waar nu de Hema staat.” Als het aan Jan ligt, kan hij uren blijven vertellen over ‘zijn’ stad.

Vraagbaak voor velen

Zijn rondleiding begon standaard met de ontstaansgeschiedenis. “Aalderinkshoek is de oudste plek van Almelo. Iedereen denkt dat Almelo is ontstaan met Huize Almelo, maar dat is dus niet zo. Het is ooit begonnen als burcht in 1100, met een hoog en laag gedeelte. In het veld kan je dat terugzien. Pas in 1157 kwam de naam ‘Almelo’ voor het eerst voor.”

Jan heeft het antwoord op vele vragen. En die werden vaak gesteld, door oud en jong. “Ook die kleintjes vinden de verhalen interessant. Ze vragen voortdurend wat iets is en durven ook verder te vragen.”

De te bewandelen route liet de voormalige Almelose stadsgids altijd afhangen van de groep. “En hoeveel tijd ze hebben. Je kan in het centrum blijven of ook richting de Graven Allee en Huize Almelo gaan.” En het verhaal? Dat was ook nooit twee keer hetzelfde. “Je hoeft nooit hetzelfde verhaal te doen, als je je goed genoeg verdiept in de geschiedenis.”

Laatste wandeling

Jan heeft menig jonge gids opgeleid en rondgeleid in Almelo. En deze voorzien van de weetjes van historische gebeurtenissen, achtergronden van historische gebouwen en de geschiedenis van de textiel.

Hoeveel plezier Jan ook beleeft aan de stadswandelingen, de uitleg en vragen, zijn laatste wandeling als stadsgids was drie weken geleden. Voor zijn collega’s van het Wevershuisje. “Ik ben 90 en het lange lopen door de stad wordt me te veel. Het is een mooi moment om te stoppen”, zegt hij “Mijn collega’s van het Wevershuisje wilde ik graag nog een keer rondleiden. Er zijn een stuk of tien stadsgidsen, maar er zijn ook veel vrijwilligers die in en rond het huis blijven. Voor degene die wilden en kunnen heb ik een korte route van drie kwartier gelopen door de binnenstad.” En hoewel Jan geen wandeling meer zal begeleiden, zal hij aan het Wevershuisje verbonden blijven. “Ik ben onder meer invaller in de vakanties. Ze kunnen altijd op mij blijven rekenen.”