Algemeen

Laatste ritje voor buschauffeur Gert Landman

ALMELO - Buschauffeur Gert Landman (66) neemt na ruim twintig trouwe dienstjaren afscheid: hij gaat met pensioen. Tijdens zijn allerlaatste rit in de bus nam hij enkele collega’s, vrienden van de zwemclub en van kerkgemeenschap De Levensbron mee. “Het is een prachtig beroep, maar niet iedereen is er geschikt voor.” Voor de laatste keer opent en sluit Gert Landman de busdeuren. Na vijftig jaar gaat hij met welverdiend pensioen. “Ik had eigenlijk nooit zin in school, toch ben ik goed terechtgekomen.”

Buschauffeur Gert Landman zwaait af.

De van oorsprong Rotterdammer begon op zijn zestiende als postbode. In 1990 maakte hij de overstap naar een zendingsorganisatie in Heerde. “Mijn gevoel zei dat ik dat moest doen.” Vijf jaar na zijn betrekking werd een bus aangeschaft om met de tieners door het land en Europa te trekken, om zo op te kunnen treden in kerken en evangelische kringen. “Omdat ik al op transportafdeling zat, werd mij gevraagd of ik een busrijbewijs wilde halen. Op voorwaarde dat ik dan in elk geval nog vijf jaar zou blijven. Ik heb daar een heerlijke tijd gehad met die jongeren. Maar ik had het idee dat ik 10 jaar terug moest gaan naar een betaalde baan in de maatschappij.”

Landman zag een vacature bij Connexxion in Zwolle en kon daar terecht. “Daar reden ze met gelede bussen, vooral scholierenbussen. Als we dan op tijd waren, dan reed ik een extra rondje over de rotonde, vlakbij het station, en riep ik ‘rondje van de zaak’.”

Na drie jaar verhuisde hij naar Almelo, waar hij 22 jaar achter het stuur van de bus heeft gezeten. Door het rijden op de bus leerde hij zijn nieuwe woonomgeving kennen. “Ik heb op vele plekken in Twente gereden: naar Borculo, Hengelo, Haaksbergen en Denekamp. Dat is wel mooi door al die dorpjes.” En uiteraard de stadsritten door Almelo. “Dan werd er gevraagd of ik naar het ziekenhuis ging. ‘Zie ik er zo slecht uit dan?’, antwoordde ik. Een beetje humor doet het altijd goed.”

Zijn geloof is hij daarbij trouw gebleven. “Je bouwt met enkele passagiers een soort band op, doordat je ze vaker ziet. Een vrouw stapte altijd bij het Centrumplein achterin met haar rollator. Even een handje helpen hoort er dan bij, vind ik. Hulp bieden aan je medemens. Rond oud en nieuw bracht ze dan altijd een paar zakken oliebollen mee, voor in onze kantine.”

Ook een rit naar Hardenberg ligt in zijn geheugen gegrift. “Een blinde man moest voor het eerst naar de Evenementenhal daar. Ik had een bus vol studenten en hij kwam voorin bij me zitten, we maakten gezellig een praatje. Bij zijn halte heb ik aangegeven even met de man mee te lopen, zodat hij niet alleen de drukke weg over hoeft te steken. Uiteindelijk duurde het wel 12 minuten voordat ik terug was, maar iedereen had er begrip voor.”

Afgelopen woensdag was zijn officiële laatste rit, vrijdag trok hij met de bus vol vrienden en bekenden nog eenmaal richting het busstation, om daar afscheid te nemen van zijn collega’s. Bij zijn afscheid kreeg hij een bosje bloemen, vele kaarten en een aandenken; een kaartenhouder in de vorm van een rode stadsbus.

Tijd om nu stil te gaan zitten is er niet bij. “Ik kan echt genieten van zwemmen en dat ga ik nog vaker doen.” Net als vissen, waar Landman meer tijd voor heeft. Vanaf dinsdag gaat hij bij het Meulenbelt helpen door wandelingen te maken met de bewoners.